Ik ben gisteren vier uur met Portugees bezig geweest. Tien onregelmatige werkwoorden uit mijn hoofd geleerd met de meest krankzinnige uitspraak. Ik herhaal ze tientallen keren hardop. Dus nu spreekt Missy ook Portugees.
Daarna heb ik een YouTube filmpje bekeken met de 50 meest voorkomende werkwoorden. Vervolgens keek ik naar een filmpje met het vervoegen van onregelmatige werkwoorden. Puur voor de uitspraak. Leve YouTube.
Vervolgens heb ik in het lesboekje geleerd hoe je voorzetsels verbindt met lidwoorden. Die worden namelijk samen getrokken. Je hebt enkelvoud, meervoud, vrouwelijk en mannelijk.
Ik zal het verdomme onder de knie krijgen.
DE UITSPRAAK! Wat heb ik die taal onderschat.
Morgen gaan we, mijn twee privé docenten en ik, naar een film over het leven van vertaler en schrijver August Willemsen. We verdienen wel een verzetje.
Ik vroeg aan vriendin Marie: ‘Heeft Guus weleens geprobeerd te stoppen met drinken?’ Ze antwoordde: ‘Ik heb hem destijds naar de AA gestuurd. Maar hij was bang dat hij zonder alcohol niet meer zou kunnen schrijven.’
Ik vraag me af of het zo werkt. Natuurlijk voel je je verdomde beroerd als je je verslaving, je steun en toeverlaat, vaarwel zegt. Maar op een gegeven moment moet het toch opklaren in je hoofd. Het talent heb je, met of zonder alcohol.
Of je bent zo geremd dat je inderdaad een stimulans nodig hebt.
Als ik dat vergelijk met mezelf: door trauma’s in mijn leven is mijn kop gaan schudden. Als ik er aan terug denk was het ‘The Perfect Storm.’ Thuis was het niet te harden. Een kille, liefdeloze omgeving met ouders die alleen met zichzelf bezig waren. Daar had ik nog mee kunnen leven. Geen aandacht, geen enkele belangstelling. Maar ze hadden wel altijd kritiek. Vanaf mijn 13e en 20e heb ik geen enkele positieve opmerking gehoord.
Maar wat er nog bij kwam: ik had voor de verkeerde middelbare school gekozen. Een autoritaire scholen gemeenschap waar vrouwen 2e rangs burgers waren. Ik heb vijf jaar op die school gezeten. Geen enkele docent heeft ooit mijn naam gekend. Je was een ding. Stelletje fascisten. Het ontbrak er nog maar aan dat mijn kop niet geschoren is.
Was ik maar naar het Thorbecke Lyceum gegaan, dacht ik laatst.
Ik was zo stom om een vriendin van mij te volgen. Zij ging naar het Stevin Lyceum dus zeurde ik aan het hoofd van mijn ouders net zo lang tot ik daar ook naar toe mocht. De grootste fout van mijn leven. Toen we in de derde klas een essay moesten schrijven voor Nederlands was dat voor mij een makkie. Die vriendin vroeg of ze het over mocht schrijven. Ze was er niet aan toe gekomen. We leverden het huiswerk in. De volgende dag had de lerares het nagekeken en hield de versie van de vriendin en die van mij omhoog. ‘Ze lijken wel erg op elkaar. Ik denk dat Hettie het van haar vriendin heeft overgeschreven.’ Ik wachtte op een reactie van de vriendin. Niets. Ze hield stijf haar mond. Zij kreeg een voldoende en ik een onvoldoende. Ik vond dat zo’n smerig verraad. Ze heeft me wel meer dingen geflikt. Het was de druppel die de emmer deed over lopen. Nergens was ik veilig. Ik kon niemand vertrouwen.
Ik heb er een angst- en dwangstoornis aan overgehouden. Het enige dat mij rust geeft is het middel Diazepam. Of valium. Dan valt alles reuze mee. En dan denk aan die mensen van vroeger: ‘Wat een stelletje stumperds.’
Ik krijg een hele lage dosering van het spul en als het aan mij zou liggen, zou ik dagelijks minstens 10 mg willen slikken. Dan heeft mijn leven kwaliteit. Ik krijg 2 mg. Want het spul is verslavend en je schijnt steeds meer nodig te hebben.
Dus de kwaliteit van mijn leven is 1/5 van wat het zou moeten zijn.
Alcohol werkt ook wel. Vooral wodka maar is geen optie. Op een gegeven moment ben je alleen katers aan het bestrijden. Of je krijgt dat gruwelijke delirium.
Dus ik begrijp ome Guus wel. Dan maar een kort leven in plaats van tot je 100e geremd door het leven gaan.
Wat kan ik niet door mijn aandoening: op een terrasje zitten, naar de film gaan, een concert bezoeken. De tandarts èn de kapper zijn een ramp. In een restaurant eten. Onmogelijk. Zelfs op visite gaan vermijd ik zo veel mogelijk. Wat een kutleven. Al 60 jaar.
Nota bene 50 jaar therapie zonder enig resultaat. Beunhazen. Al die psychiaters en psychologen. Je denkt dat ze meer weten dan jij. Ze verklaarden mij op een gegeven moment ‘uitbehandeld’.
Gek genoeg heb ik altijd het zelfvertrouwen om nooit dat stempel op mijzelf te drukken. Het is crimineel. Het is hun onmacht. Zij zouden eigenlijk ontslag moeten nemen.
Gelukkig heb ik nu wel een trauma-therapeute die echt een advocaat van mijn gevoelens is. Zij staat onvoorwaardelijk achter me. De enige in de hele wereld. Dat was wat ik op mijn 13e nodig had gehad. Iemand die mij door dik en dun steunde.
Er was niemand. Het is dat ik altijd geloof in mezelf heb gehad. Anders was ik misschien ook wel alcoholist geworden. Wat een vreselijk bestaan.
Film: DE BLADZIJ EN DE WERKELIJKHEID