In mijn toespraak bij Hans’ crematie citeerde ik hem. ‘Er is niets zo permanent als tijdelijk.’ Hij had als oorlogskindje zijn hele schooltijd doorgebracht in noodlokalen. De scholen moesten nog uit de grond gestampt worden voor de babyboomers.
Maar, zei ik, de dood is niet tijdelijk maar permanent.’
Stond ik daar te spreken naast die stomme kist. Ik heb er nog een foto van.
In 2015 had ik mijn geweldige woning gevonden op IJburg. Ik moest machteloos toekijken hoe Hans zichzelf de vernieling in hielp. In 2017 werd onze stoere kater Bob doodgereden. Hij werd langs de kant van de weg gevonden.
Alhoewel het ongelooflijk verdrietig was, hij had natuurlijk 20 jaar moeten worden, kon ik wel tevreden terugkijken op het fantastische leven wat hij geleid had. Hij was vanaf zijn geboorte al avontuurlijk. Zodra zijn oogjes open waren en hij kon lopen begon hij zijn omgeving te bekennen. Hij wilde maar een ding. Naar buiten.
Het bleek achteraf dat heleboel mensen op IJburg hem kende. Een buurman, eigenaar van een nachtclub zei, als ik om 4 uur ‘sochtends thuis kom, staat hij altijd voor de deur te wachten en geef ik hem wat lekkers.
Hans ging ondertussen steeds meer achteruit en de laatste weken verzorgde ik hem. het woord palliatieve zorg was wel gevallen maar men heeft nooit direct tegen mij gezegd: ‘Het enige dat we voor hem kunnen doen is het hem zo comfortabel mogelijk maken.’
Dus zijn dood voelde alsof er een vrachtwagen op me was gevallen. Als je iets je ergste vijand wilt toewensen is het dat wel.
Ik was volkomen ontredderd. Het is een soort tsunami die je overleeft maar je zit op de brokstukken van wat eens je leven was.
Soms denk ik: ‘Je kunt maar beter van niemand houden dan hoef je ook niet door de hel te gaan.’ Maar dat is geen optie.
Toen Blanche op een zondag in maart 2022 ziek werd, dacht ik: ‘We gaan morgenochtend gelijk naar de dierenarts.’ Ik werd maandagochtend wakker met een ziekmakend gevoel. Ze lag naast me. Ik gaf haar een duwtje. Maar wist het eigenlijk al. Ze was overleden.
Ik heb soms nog een schuldgevoel dat ik dat kleine, dappere hondje niet heb kunnen redden.
Mijn fijne huis, de oase, was eigenlijk zeven jaar gevuld met angst, verdriet en rouw. De winter van 2021/2022 leek wel eindeloos te duren. Met kerst 21 ving ik de buurvrouw op die gevlucht was van huiselijk geweld. Ze had gelukkig een LAT-relatie en haar eigen woning. Ze kon bij mij haar verhaal doen. Ik heb haar administratie op orde gebracht. Paste af en toe op haar hond. Zij is gelukkig het soort vrouw dat niet bij de pakken neer gaat zitten. Ze kocht leuke kleding voor zichzelf. Ik regelde een uitje voor haar naar Maastricht. Ze krabbelde weer op.
September 2022 belde ik Henk: ‘Ga je mee naar het zwembad?’.
Henk: ‘Nee, ik kan niet. Ik wordt volgende week geopereerd aan blaaskanker.’
Toen hij weer thuis was deed ik boodschappen voor hem. Hij woont middenin de Jordaan. Ik vind het een ramp. De Rozengracht is al jaren opengebroken. Het aantal mensen dat haastig ergens naar toe moet, resulteert in een constante gekmakend chaos. Ik vind de binnenstad van Amsterdam volkomen onleefbaar.
Ik ontving in die tijd een mail van de tandarts met het behandelplan. Er was linksboven een kies getrokken. Drie kronen en een brug:€3800-.
En toen kwam ik op het lumineuze idee om de hele boel achter me te laten. ’We gaan deze winter naar de Algarve’, zei ik tegen Missy, ‘en jij mag mee.’
Dit is, geloof ik, dag 51 en mis Amsterdam helemaal niet.
Gisteren las ik mijn blog waarop ik verslag doe van ons verblijf hier.
Nieuwe herinneringen. Ik hoef niet meer door mijn foto-archief te bladeren en constateren: ‘Die is dood. En die is ook dood. En die ook.’
Missy en ik leven nog en wij mogen pret en plezier maken. Ik leer mezelf Portugees. Wie had dat kunnen denken. En ik heb mijn muziek en mijn klassieke romans. En een strand voor de deur. Uitzicht op de Atlantische oceaan. En niemand om rekening mee te houden. Dat is ook wel heel fijn.
De zon en het licht hebben een heilzame werking. Net als de rust en het slakkengangetje. Niemand heeft haast.
Ik weet niet of ik nog wel aan IJburg kan wennen. Misschien blijven we hier wel permanent.